Haiko Meijer, Allart Vogelzang, Alex van de Beld, Wouter Stoer, Jeroen Boersma, Alco Liest
Haiko Meijer, Alex van de Beld
Op een bestaand kantoorgebouw zijn twee appartementen ‘geland’, die een nieuw programma in de landelijke omgeving vormen. De N.U.F.O. (Not Unidentified Flying Object) is een autonoom object, dat parasiteert op de bestaande bebouwing en tegelijkertijd een hyperspecifieke vorm heeft aangenomen door de afstemming op de onderliggende constructie, de nabijgelegen bomen en het uitzicht over de twee boskamers. De toegangsroute naar het opgetilde gemeenschappelijke entreeplein ligt onder volwassen kastanjebomen.
De appartementen krijgen hun identiteit door op cruciale momenten in het ontwerp het aluminium dak om te vouwen in wanden. Deze architectonische bewerking van de vloeren heeft zijn oorsprong in het wezen van de opgave: het wonen. De essentie van het wonen ligt in het bieden van bescherming. Door het vouwen ontstaan holtes, die deze bescherming verbeelden. Het resultaat is een samensmelten van wanden, vloeren en daken tot een ambigu object. Architectuur tussen object en structuur, tussen autonomie en specificiteit, tussen functie en vorm. De architectuur presenteert zich als kunst op een bestaande sokkel.