Haiko Meijer, Freddie Brossois
Haiko Meijer
Museum landgoed Fraeylemaborg
In zijn glorietijd verschenen op het landgoed Fraeylemaborg schitterende koetsen. Een koets was zowel een meubel, voertuig als ook architectuur. De koets kun je zien als een gecultiveerde boerenkar, eigenlijk zijn het de eerste rijdende huisjes. De zitopstelling van twee banken tegenover elkaar stamt specifiek uit het koetstijdperk. Nu is deze intieme opstelling nog aanwezig in treincoupé’s en limousines.
In plaats van een gebouw waarin een koets bewaard wordt is het koetshuisje een folly die doet denken aan een koets. De contour, de kleur, het opgetilde, verende, romantische, intieme; al deze elementen zijn verwerkt in deze folly.
Het koetshuisje kan ook als paviljoen worden gebruikt voor kunst-, multi-media-, theater- en muziekevenementen.
De banken zijn verend aan de ondergrond bevestigd en zijn één geheel met het oplopende vloerveld dat ook als kunstpodium kan functioneren. De ramen aan de kopse einden geven inzicht naar binnen, licht in het interieur, uitzicht op het mooie park.
Als een voertuig ontdaan van wielen en op jukken geplaatst staat deze folly op het veld.
De buitenkant van het huisje is van zwart gebrand hout, de binnenkant is naturel hout. Zo brengt het de romantiek van weleer tot leven én draagt haar ten grave. Memento mori en carpe diem: het zwarte dode (maar ook geconserveerde) hout aan de buitenkant, en het levendige bewerkte hout aan de binnenkant.