Op het erf van de Gaaikemadijk 3 was het voorhuis van de boerderij aan vervanging toe. De fundering verkeerde in slechte staat, en zo ook de behuizing daarboven. Het concept kop-dikke hals-romp boerderij komt voort uit de behoefte het voorhuis deels in de schuur door te laten lopen. Het woonhuisgedeelte in de schuur heeft aan de buitenkant een eigen, zichtbare uitstraling gekregen. De oude, niet geïsoleerde schuur bevindt zich aan de ene kant van de dikke hals, het nieuwe voorhuis aan de andere kant. Zoals je bij koud weer een sjaal om doet, is het midden van deze boerderij ook voorzien van een nieuwe jas.
In de architectonische uitwerking van de woning is ingespeeld op de verschillende smaken van de twee nieuwe bewoners. Waar de een meer houdt van modern en strak, heeft de ander de voorkeur voor klassieke details. De moderne voorkeuren zijn verwerkt in de hals, wat heeft geresulteerd in een strak, antraciet houten volume met weggedetailleerde kozijnen. De hoofdvorm en gevelopeningen van het meer klassieke voorhuis refereren aan het oorspronkelijke voorhuis. Het voorhuis is rood-bruin steenachtig: klei in de dakpan, klei in de gevelsteen. Ook in het interieur komen deze verschillen terug: zo is in het voorhuis bijvoorbeeld een balklaag zichtbaar, terwijl in de hals de planken zijn doorgezet.
De eetkamer verbindt beide woondelen en ligt op het kruispunt van twee belangrijke assen. De eerste as loopt over het erf, door de baanderdeur, de schuur, de dikke hals, het voorhuis en eindigt bij de haard. De tweede bestaat uit de eetkamer met aan de oost- en westzijde een terras met uitzicht op weilanden en in de verte de stad. In de eetkamer komen beide assen, materialen en stijlen samen, en op de verdieping zijn beide woondelen met elkaar verbonden door middel van een loopbrug.