Het groene gebied tussen Groningen en Assen wordt ook wel de Koningsas genoemd en Groningen Airport Eelde ligt er middenin. Koningsas-gebiedsintendant Hans Venhuizen vroeg Haiko Meijer hoe de ontvangst van meer passagiers en vliegtuigen vorm zou kunnen krijgen.
Haiko: ‘Natuurbeschermers en vliegveld Groningen Airport Eelde, altijd wordt er gediscussieerd vanuit de tegenstelling. Maar vanuit een andere analyse hebben dezelfde partijen elkaar juist nodig, je kunt het vliegveld ontwikkelen vanuit het besef dat er een prachtig landgoed pal naast ligt. Dat kan een bestemming zijn. Je maakt een vliegveld, meestal een non-plek, tot een plek en sluit het aan op zijn directe omgeving. Je landt goed op een landgoed! Het gebied vóór het vertrek/aankomstgebouw moet dan wel veel meer aangesloten worden op de omliggende landgoedstructuur, de assen die er al liggen moet je doorzetten tot op het vliegveldterrein. Daarmee schrijf je het vliegveld ook nadrukkelijk in zijn omgeving in en zo is het voor mij ook geweest: vroeger ging ik tijdens de wandeling met mijn vader naar het vliegveld om een ijsje te eten, het was gewoon een onderdeel van de wandeling. We gingen er heen om dat ijsje te eten en om naar de vliegtuigen te kijken, als recreanten, als bezoekers van de plek.’
‘Net zoals er in en op het voorterrein van het vliegveld het een en ander in landschappelijk opzicht kan, kan er omgekeerd ook wel iets in het landgoed: dat bos heeft een monumentaliteit die best wel wat bebouwing aan kan. Zo kun je profiteren van de aanwezigheid van dat vliegveld. Er liggen nog een prachtig sterrebos en een havezatelocatie en dat soort gebieden zouden ooit ontwikkeld kunnen worden.’
‘We hebben voorgestelde veranderingen gevisualiseerd met kubussen – omdat het neutraal is, niet echt een uitgesproken vorm heeft. Het is het zoeken naar wat er in het programma mogelijk is zonder daar al een letterlijke vorm aan te geven, een soort verleidelijke massastudie. In de omgeving van het vliegveld hebben we aan cube-dropping gedaan in een onderzoek naar hoe en in welke mate je die omgeving met programma kunt opladen; een trekkershut voor de wandelende passant en waterkubussen in het Noord Willemskanaal die in de winter als koek- en zopietent kunnen dienen.’
‘Het gebied is super gecultiveerd, elke vierkante meter is vormgegeven, er komen wegen, boten, treinen, vliegtuigen bij elkaar en toch heb je een landgoederengordel, eeuwenoude bomenlanen en landschap daar pal naast en doorheen, dat is uniek voor Nederland. We voegen niet alleen maar meer programma en volume toe maar hebben ook de kwaliteit van de landgoederen, van de boomsingels en de lanen, op een hoger plan gebracht door ze te repareren zodat die structuren geagendeerd worden, ook op de knooppunten van infrastructuur – het worden draden in je nieuwe weefsel.’
‘In feite behandelen we het vliegveld óók als een landgoed! En als een landgoed sluit je het aan op de context. Een groen vliegveld. Terug naar wat er ooit geweest is om daaruit mee te nemen naar het vervolg.’