onderwijs, buurthuis, kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en BSO, jeugdsoos
Wouter Stoer, Haiko Meijer, René Harmanni
Wouter Stoer, Haiko Meijer
Gemeente Smallingerland
Wouter Stoer: ‘We werden gevraagd mee te doen aan een architectenselectie om een duurzaam dorpscentrum/duurzame school te ontwikkelen in Rottevalle in de gemeente Smallingerland. Het project zou een voorbeeldfunctie naar andere toekomstige projecten binnen de gemeente kunnen hebben.’
‘Het voorzieningenniveau in het dorp loopt terug. Twee scholen, christelijk en openbaar, fuseren met elkaar en met het dorpshuis. De scholen worden een Integraal Kind Centrum (IKC). De vraag naar duurzaamheid komt ook uit het dorp zelf. Uiteindelijk scoort het gebouw zo hoog mogelijk langs zowel de Cradle-to-Cradle- als de BREEAM-meetlat. Waar het dorp heel erg voor gevochten heeft is dat deze voorziening, inclusief een kinderdagopvang, niet naar de rand van het dorp verhuist maar centraal in het dorp blijft, op de plek van het bestaande dorpshuis.’
‘De locatie ligt in het hart van het dorp naast de oude kerk met begraafplaats en een aantal monumentale woonhuizen en boerderijen. Dat onderstreept nog eens de noodzaak van een duurzame inbreiding en heeft bijgedragen aan de compacte vorm van het gebouw. Vanuit het programma gedacht lag een platte doos voor de hand, vanuit de schaal van het dorp hebben we gekozen voor een zadeldak. We hebben het dak op de zon gericht (energieopwekking) en vervolgens hebben we de hoofdvorm aangepast bij haar context. Het plooien van het dak veroorzaakt een schaalverkleining waardoor we beter aansluiten bij de volumes eromheen. Door het volume als het ware doormidden te knippen en een van de twee helften 180 graden te draaien wordt het gebouw alzijdig. Het gebouw kent geen achterkant. Door het plooien en knippen lijkt het gebouw op een cluster van grotere en kleinere schuren en worden de overgangen naar de omgeving soepel. De zonnepanelen worden geplaatst in een ‘verborgen’ deel van het dak. De rest van het dak raakt begroeid met gras of sedum.’
‘Het diagonale spoor van de snede is in het gebouw aanwezig gebleven: het organiseert de ruimte en introduceert een interessante zichtlijn die het gebouw opent naar de omgeving. Aan beide uiteinden van deze zichtlijn wordt het gebouw ontsloten – aan één kant is het ingang voor de school, aan de andere kant voor andere programma’s en daarmee organiseert dat diagonale spoor ook de routing en de verkeersstromen.’
‘Het bijzondere dak biedt ook in het interieur kansen. Er is extra ruimte voor techniek maar ook voor een insteekverdieping wat meer onderwijsruimte oplevert en het klaslokaal meer hoogte geeft: goed voor ventilatie en verlichting.’
‘Er zit veel potentiële functionaliteit en openheid in hoe je een lokaal op de gang aansluit – als je dat met een grote schuifdeur doet kun je heel gemakkelijk de gang bij het lokaal betrekken en zo is het hier gedaan. De schoolbibliotheek wordt steeds meer digitaal en vraagt niet meer om een eigen lokaal: een aantal dicht te klappen en verrijdbare kasten volstaat. Zo komt de mobiele bieb bij je lokaal langs en win je ruimte voor andere zaken.’
‘De gemeenschappelijke ruimte ontstaat uit een reeks van ruimtes: een vergaderzaal op een hoger niveau met een te openen wand, waardoor het als podium te gebruiken is, waar het speellokaal, de grote vergaderzaal en de kleine vergaderzaal c.q. de keuken op aangesloten kunnen worden tot één grote ruimte voor het hele dorp of de hele school. De kantoortjes ernaast kunnen dan als verkleedruimte gebruikt worden. Echt een multifunctionele zone.’
‘Ook op een andere manier is het interieur flexibel: doordat het houtskelet dragend is kun je tussenwanden in principe verplaatsen als daar in de toekomst aanleiding voor bestaat. Er is ook demontabel gebouwd, de betonvloeren liggen op de balk- en kolommenstructuur en kunnen er zo uitgetild worden (om te worden hergebruikt).’
‘Alle lokalen zijn op de zon gericht en op het plein, rechtstreeks in de onderbouw en de peuterspeelzaal door middel van grote tuindeuren. De bovenbouw heeft die extra hoogte in de kap waardoor je aan twee kanten licht naar binnen kunt brengen, rechtstreeks en via de gang. Alle ramen kunnen open en zijn op speelse maar strategische wijze in de gevel geplaatst zó dat ze uitzicht bieden (de lage ramen) en diep licht binnenbrengen.’