CPO De Nieuwe Linie

Europapark, Groningen


In 2012 gaf de gemeente Groningen aan dat ze in het Europapark ruimte hadden voor een CPO-project. In eerste instantie werd een locatie naast het Menzisgebouw aangewezen. Een groep geïnteresseerden richtte een vereniging op om samen het CPO in te vullen, echter met de wens om de locatie te veranderen. Die ligt nu met twee zijden aan het water.

De opgave was zoveel mogelijk woningen te realiseren met behoud van de sfeer van vrijstaand wonen op een relatief klein gebied. Er is een stedenbouwkundig plan gemaakt waarin ieder zijn eigen plek kreeg. In een zogenaamd ‘kavelpaspoort’ zijn voor elke kavel bouwhoogtes en bebouwingsoppervlakten vastgelegd. Zes kavels zijn direct aan het water (de koel-arm van de voormalige energiecentrale) gelegen, vier kavels aan de kade (van het Winschoterdiep) en drie kavels aan het park (een nieuw te realiseren singel op de plek).

De verkavelingstekening (en daarmee de breedte van de kavel) is afgestemd op de maat van twee typen basiswoningen: een tweelaags rechthoekig volume en een tweelaags vierkant volume. Deze twee compacte volumes vormen de basis voor de architectonische en technische uitwerking van het plan. De bouwkosten zijn relatief laag en de vorm is stabiel. Deze stabiele hoofdvorm in combinatie met de lichte constructieve opbouw van HSB voldoet aan de eis om aardbevingsbestendig te bouwen.

Op basis van deze twee bouwstenen kunnen de opdrachtgevers naar wens uitbreiden, met nadruk op diversiteit. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de kavelsetting. Met name aan de waterkant, is er afwisseling: de woningen staan vóór of achter op de kavel. Het gebied is aan de buitenkant strak omlijnd, binnen het terrein voel je geen rooilijnen – het gebiedje is landschappelijk benaderd en landschap gebleven. Het is wel stedelijk, de woningen staan vrij dicht bij elkaar. Tachtig procent van de kavel mag bebouwd worden. Alle carports, bergingen en garages zijn onderdeel van de architectuur. De erfscheidingen zijn groen.

Het CPO is bewoner-specifiek, locatie-specifiek, de stedenbouw is specifiek en de architectuur is specifiek. Het is bewoner-specifiek in programma, wensen en bestedingsruimte, locatie-specifiek door het industriële karakter (materiaalgebruik), hoogteverschillen en water. De stedenbouw is specifiek door de kavelstructuur, het type van bebouwen en de architectuur is specifiek door dat industriële karakter in vorm, detail en plint.

Haiko: ‘ik ben heel benieuwd hoe het uitpakt, je leert van elkaar en ziet wat anderen doen. Er wordt in de groep veel know how ontwikkeld: je zou vervolgens gezamenlijk kunnen kiezen voor bijvoorbeeld het ontharden van je water en moet je zien wat dat voor gevolgen heeft voor je wooncomfort! Door het gezamenlijk te doen komen dit soort keuzes in beeld en dat is echt een meerwaarde van het CPO, het komt de kwaliteit op alle fronten ten goede. In de basis is duurzaamheid nu goed geïntegreerd en dat gaat over materiaal en herkomst van materiaal, energie en energiebronnen: er zijn instapmogelijkheden gecreëerd! Er is nu het basis-, het plus- en het plusplus-pakket, je kunt zelfs een mix samenstellen. En dat doe je nu meteen of je doet het later.’

Aardbevingsbestendig bouwen
Tijdens het ontwerpproces van de 13 woningen hebben we in een vroeg stadium geanticipeerd op de problematiek van aardbevingsbestendig bouwen door een lichte hoofddraagconstructie d.m.v. houtskeletbouw te ontwerpen. En in de basis uit te gaan van een rechthoekige of vierkante plattegrond (die vervolgens is uitgebreid naar wens van de opdrachtgevers). Om niet te veel massa aan te brengen in het volume zijn de dakvloer en een eventuele tweede verdiepingsvloer uitgevoerd in houtskeletbouw. De eerste verdiepingsvloer is uitgevoerd in beton die ondersteund wordt door houtskeletbouw wanden en indien nodig, vanwege te grote daglichtopeningen, door een staalconstructie. De houtskeletbouw is versterkt met een dikke houten plaat en extra schroeven. De wanden en de vloeren zijn door ankers met de funderingsconstructie gekoppeld. Vanwege de lichte bouwmethode is het niet nodig om een volledig in het werk gestorte vloer te maken. Een zogenaamde druklaag die op de prefab betonvloer (kanaalplaat) is aangebracht volstaat. Deze is wel verbonden met de fundering. In de gevel is nadrukkelijk gekozen voor lichte (plaat)materialen waardoor scheurvorming door zettingen zoveel mogelijk kan worden voorkomen.